1. |
10x niet gelukt
04:44
|
|
||
Als de storm is gaan liggen en m'n hoofd komt tot bedaren
Dan kom ik thuis en voel een stilte in de kamer
Laat het altijd zo blijven
Laat het altijd zo zijn
Je praat over de dingen alsof ze nooit zijn voorgevallen
Dus je praat wel maar je weet niet of het nu wel werken zal
Laat dat altijd zo blijven
Laat dat altijd zo zijn
Niemand hoeft dit toch ooit te weten
Laten we zwijgen over de pijn
Ik ben al zo vaak weggekropen
Ik sloeg al tien keer op de vlucht
Ik wilde weg uit deze puinhoop
Maar het is tien keer niet gelukt
Het huis blijft onveranderlijk, slaat m'n begroeting af
De planten op de vensterbank verzwijgen deze dag
Laat het altijd zo blijven
Laat het altijd zo zijn
Want hoe moet het als ik weg ga, of ik jou niet houden kan
Dit liefdevolle lijden, dit is moeizaam houden van
Laat het altijd zo blijven
Laat het altijd zo zijn
Niemand hoeft dit toch ooit te weten
Laten we zwijgen over de pijn
Ik ben al zo vaak weggekropen
Ik sloeg al tien keer op de vlucht
Ik wilde weg uit deze puinhoop
Maar het is tien keer niet gelukt
Niemand hoeft dit toch ooit te weten
Laten we zwijgen over de pijn
Niemand hoeft dit toch ooit te weten
Laten we zwijgen over de pijn
|
||||
2. |
verloren tijd
04:07
|
|
||
ik zit hier maar alleen
en de tijd tikt weg
de klok is een lekkende kraan
wel allerlei plannen gemaakt
maar uiteindelijk toch weer niks gedaan
ik wacht alleen op het moment
ik wacht maar op het moment
ik wacht alleen op het moment
dat je terugkomt en iets goedmaakt van
de verloren tijd
deze verloren tijd
al die verloren tijd
en ik blijf maar in bed
want elke stap die ik zet
doet mijn voeten pijn
alsof de vloer schroeit en brand
als het hete zand van een woestijn
ik wacht alleen op het moment
dat je terugkomt en iets goedmaakt van
de verloren tijd
deze verloren tijd
al die verloren tijd
ik wacht maar
het vreet me op
ik hoop maar
dat het snel stopt
ik haat haar
om elk uur dat ze niet bij wil zijn en
|
||||
3. |
mooi
04:07
|
|
||
Als alles vanzelf gaat en spreekt voor zich
- Koffie op zondag bij schemerend licht -
En het stil is op straat;
Als je die oude plaat draait die zo kraakt en tikt
En je kijkt haar aan en je weet dat het klikt,
Dan is alles mooi.
Alles is zo mooi.
Dus je roept “ze de klok stil”
En “stop de tijd”,
Want mooi is maar een moment en je wilt dat het blijft
En je vergeet
Dat schoonheid vervliegt.
Het is net als geld: de truc is niet dat je het houdt, maar dat je er van geniet,
Want dan wordt het pas mooi
Dan is het pas mooi
Dan wordt het mooi
Dan is het mooi
Als je aan haar denkt en je zegt wat je bedoeld,
Pakt ze je hand omdat ze weet wat je voelt
En dan is ze mooi.
Ze is zo mooi.
Dus je roept “ze de klok stil”
En “stop de tijd”,
Want mooi is maar een moment en je wilt dat het blijft
En je vergeet
Dat schoonheid vervliegt.
Het is net als geld: de truc is niet dat je het houdt, maar dat je er van geniet,
Want dan wordt het pas mooi
Dan is het mooi
Dan wordt het mooi
Dan is het mooi
Dan wordt het mooi
Dan pas is het mooi.
|
||||
4. |
laat het maar gaan
05:35
|
|
||
Lusteloos lal ik een liedje,
Licht verdoofd door de kamer en de muziek
En door de wind, de bomen buiten.
De wereld is van elastiek.
Alles werkt verlammend, alles werkt verlammend vandaag.
Alles werkt verlammend, dus laat het maar gaan.
Ik bekijk de televisie.
Wat een knoppen, maar het biedt me niets
Dan een fitnessapparaat of drie en een journaaltje.
De geluiden zijn behangmuziek.
Alles werkt verlammend, alles werkt verlammend vandaag.
Alles werkt verlammend, dus laat het maar gaan.
God wat een baaldag,
Ik neem een baaldag,
Verzuip in een baaldag.
Tik ik maar op de computer
En lees ik na wat ik zelf heb bedacht.
Mooie woorden, voor de meester, voor de baas, voor de school,
En ach natuurlijk, voor mezelf.
Alles werkt verlammend, alles werkt verlammend vandaag.
Alles werkt verlammend, dus laat het maar gaan.
God wat een baaldag,
Ik neem een baaldag,
Verzuip in een baaldag.
|
||||
5. |
de lucht is helder
04:53
|
|
||
Wat moet ik zeggen?
Hoe moet ik kijken?
Waar moet ik lopen, wie moet ik mijden?
Hoe moet ik mezelf zijn bij jou, om je nooit te verliezen?
Wat zal ik eten?
Wie mag ik kussen?
Waar moet ik wachten, hoe zal ik dan smachten?
Hoe moet ik mezelf zijn bij jou, om je nooit te verliezen?
Ik heb alles te verliezen,
Maar de lucht is helder en de zon schijnt zacht.
Ik geloof mijn eigen ogen niet,
Maar de lucht blijft blauw en de zon schijnt zacht.
Hoe moet ik spreken?
Hoe moet ik schrijven?
Zal ik gewoon mezelf maar blijven?
Op welk uur moet ik rusten?
En wanneer moet ik huilen?
En hoe laat ben ik bij je en wie heb ik dan bij me?
Hoe moet ik het goed doen voor jou, om je nooit te verliezen?
Ik heb alles te verliezen,
Maar de lucht is helder en de zon schijnt zacht.
Ik geloof mijn eigen ogen niet,
Maar de lucht blijft blauw en de zon schijnt zacht.
Hoe moet ik spreken?
Hoe moet ik schrijven?
Zal ik gewoon mezelf maar blijven?
|
||||
6. |
vogelvrij
04:23
|
|
||
Het is negen uur; 't kantoor is open op Amsterdam Sloter¬dijk
Op de zevende verdieping staat hij voor het raam en kijkt
Dan doet hij zijn jasje uit en zijn ogen dicht
En springt dwars door de ruit en voelt de wind in zijn gezicht
Hij slaat zijn armen uit en voelt hoe hij wordt gedragen
Zijn armen worden vleugels; het antwoord op zijn vragen
Vogelvrij, vogelvrij
Even van de wereld
En de wereld even van mij
Over akkers, over bossen, af en toe een boederij
Ver aan de horizon schuift een torenspits voorbij
Nu zweeft hij over duinen, meeuwen vliegen met hem mee
Daar ziet hij al de flatgebouwen van Zandvoort aan de zee
Vogelvrij, vogelvrij
Even van de wereld
En de wereld even van mij
De zee wenkt, en wijst dan schuimend naar het land
Wijst op de flatgebouwen, wijst op zijn verstand
Wenkt weer naar de vrijheid, maar het is nu al te laat
Hij voelt hoe hij met beide benen weer op de grond staat
Hij is terug in zijn kantoor, hem bekruipt een vreemd gevoel
De klok slaat vijf uur, hij pakt zijn jasje uit zijn stoel
Heeft hij zijn ogen dicht of zijn zijn ogen nu juist open
Hij besluit het niet te wagen, hij zal naar de trein gaan lopen
Vogelvrij, vogelvrij
Even van de wereld
Maar het is al weer voorbij
Vogelvrij, vogelvrij
Even van de wereld
En de wereld even van mij
|
||||
7. |
terug
04:26
|
|
||
ik probeer het nog een keer
geef me een minuutje
en ik vind de woorden weer
ik vind de woorden terug
het is lang geleden
en mijn hoofd is een zeef
maar mijn vingers weten nog
wat ze ooit deden
en het komt terug
laat het gaan
laat het los
het komt vanzelf
geen moment
is het eind
en we zijn op de helft
laat het gaan
laat het los
en we zijn op de helft
de muziek wil nog een keer
één keer naar buiten
dus laat het maar gaan
ik hoop dat je luistert
de dromen zijn verdwenen
het is wat het was
en nog veel beter dan toen
ik het echt meende
en het is terug
laat het gaan
laat het los
het komt vanzelf
geen moment
is het eind
en we zijn op de helft
laat het gaan
laat het los
en we zijn op de helft
|
||||
8. |
ongeloof
03:51
|
|
||
De dag loopt weer ten einde
De lucht kleurt grijs en rood
Voor de komst van de nacht
Stormt het in mijn hoofd
Regen koelt de daken
Met vermoeide blik
En mijn ogen dicht
Herinner ik
De angst van het woord
Ademt in elk gebaar
Dat je teder gaf
Bevend stond je daar
De streling in je blik
Gelukkig ongeloof
Jij en ik.
Brand achter mijn ogen
Ik moet dromen hier vandaan
Maar kan nergens meer heen
Sinds jij bent gegaan
De nacht is ingevallen
Sterren zijn er niet
Onder dit zwart fluweel
Geen wens in het verschiet
En ik zie je weer staan
Zeg hoe mooi ik jou vind
Als ik naar je kijk
Voordat de dag begint
De streling in mijn blik
Gelukkig ongeloof
Jij en ik.
(ik wil je zo graag
ik wil je zo graag weer zien
ik kan het niet meer
ik kan het niet meer alleen)
|
||||
9. |
evelien
03:42
|
|
||
Daar gaat de telefoon
Ze kijkt er naar, verroert zich niet
Ze houdt haar adem in totdat ze weer alleen is
Praten, dat kan ze niet
Vriendinnen kletsen over vriendjes
Bevreemd hoort Evelien hen aan
Ze durven haar niets meer te vragen
De jongens ziet zij niet meer staan
Ze is al lang niet meer zo jong
Als ze eigenlijk nog zou moeten zijn
Hoe goed ze zichzelf ook kan verstoppen
Evelien wordt nooit meer klein
Eigenlijk moest ze maar gaan werken
Want school, wat heeft dat nou voor zin
Wat kunnen ze haar daar nou nog leren
Zij is toch zeker geen kind
Ze is al lang niet meer zo jong
Als ze eigenlijk nog zou moeten zijn
Hoe goed ze zichzelf ook kan verstoppen
Evelien wordt nooit meer klein
Soms zou ze willen schreeuwen
Maar ze durft niet zo goed
Ze zou wel willen huilen
Maar is vergeten hoe dat moet
De liefde, is dat nou de liefde
De spiegel staart haar koud en somber aan
Soms schrikt ze van de vlam in haar ogen
Als ze denkt dat ze hem ziet staan
Ze is al lang niet meer zo jong
Als ze eigenlijk nog zou moeten zijn
Hoe goed ze zichzelf ook kan verstoppen
Evelien wordt nooit meer klein.
|
||||
10. |
zomerliedje
04:24
|
|
||
Nu het regent en de bladeren zijn verdwenen,
Kijk omhoog naar waar de zon ooit heeft geschenen.
Hij is dan wel niet meer zo fel, maar hij schijnt nog wel
En hij lijkt ver weg, maar licht reist snel.
Dus als jij zegt:
“De wolken, het zijn er zo veel
De zee is grijs en het strand is niet meer geel
Mijn hoofd drukt op mijn hart
Alleen mijn tranen zijn vrij”,
Luister dan naar mij
Luister dan naar mij:
“Vroeger is voorbij
En vandaag is dan misschien wel van de winter,
Maar morgen begint de zomer en de zomer,
Dat ben jij,
Dat ben jij voor mij”
Ik weet, je draait maar rond in je problemen.
Een grote maalstroom waar je hoop in is verdwenen.
Maar als jouw hart het strand is en de tijd de zee:
Alles dat eb laat liggen, neemt de vloed weer mee.
Dus als jij zeg:
“De wolken, het zijn er zo veel
De zee is grijs en het strand is niet meer geel
Mijn hoofd drukt op mijn hart
Alleen mijn tranen zijn vrij”,
Luister dan naar mij
Luister dan naar mij:
“Vroeger is voorbij
En vandaag is dan misschien wel van de winter,
Maar morgen begint de zomer en de zomer,
Dat ben jij,
Dat ben jij voor mij
De zomer dat ben jij (en de zon schijn, want jij bent van mij”
|
||||
11. |
warm je
03:20
|
|
Streaming and Download help
The Great Gonzo's recommends:
If you like The Great Gonzo's, you may also like:
Bandcamp Daily your guide to the world of Bandcamp